De eerste officiële lesweek van het nieuwe jaar zit er op. Schoorvoetend ben ik weer aan de slag gegaan. Ik zit nog een beetje in de ontkenningsfase. Was dit nou echt de zomer? Is dit mijn allerbruinst? Moeten de korte broeken alweer opgeborgen? Maar hoewel ik zelf nog aan het tegenstribbelen was, leken de kinderen er wel klaar voor. Vriendjes gingen ook alweer naar school, dus was het niet meer dan logisch dat wij ook weer begonnen.
Met (school)vakanties wil ik nog wel eens smokkelen, vooral als het geen stralend weer is. Dan knallen we gewoon nog even lekker door met de lessen. Omdat ik het onzin vind om in de regen een beetje vakantie te gaan zitten vieren. Dat lukte altijd prima. Tot de kinderen dachten dat wij nooit vrij hadden…
Zo erg was het heus niet. Maar ik vind het heerlijk om de slecht-weer-weken door te werken en de mooi-weer-weken vrij te hebben. Om dan heerlijk het zwembad in te duiken, de dierentuin te bezoeken of door het bos te struinen. (Hoewel een Noorse vriendin zei dat er geen slecht weer bestaat, alleen slechte kleding) En dan heb je het ene jaar wat meer vrij dan het andere…
Wel of geen planning
Het hele jaar ligt nog voor me. Waar gaan we dit jaar over leren? Sommige thuisonderwijsmoeders (of -vaders!) maken een strakke jaarplanning. Voor elk vak een lesboek en dat moet ook uit aan het eind van het schooljaar. Andere ouders doen aan unschooling en plannen helemaal niks. Ze kijken goed naar waar het kind geïnteresseerd in is en springen daar op in.
Ik manoeuvreer daar een beetje tussendoor. Op de eerste lesdag vraag ik mijn kinderen altijd wat ze dit jaar graag willen leren. En hoe gek hun antwoorden ook zijn, ik probeer dat allemaal te implementeren in het komende jaar. (koken, 3D-tekenen, ukulele, Chinees, elektronica…het wordt nog wat)
Een jaarplanning ben ik helemaal niet van: ik word al zenuwachtig als ik een afspraak moet maken op een datum die verder dan volgende week ligt. Toch wil ik wel graag goed bijhouden wat de kinderen doen. Dan heb ik er meer zicht op hoe ze zich ontwikkelen.
Elke dag krijgen ze een klein briefje met daarop de vakken voor die dag. Dit is pas na ons ‘Morning basket tijd’, dat een uur tot anderhalf uur duurt. Daarna doen de kinderen hun individuele werk op hun eigen tempo.
Aan het eind van de lesdag vul ik op een A4’tje in wat ze die dag hebben gedaan. Zo plan ik het niet vooruit, maar vul ik achteraf in wat ze hebben gedaan. Dit werkt perfect. Op sommige dagen lopen dingen gewoon wat anders en doe je niet alles wat je gepland had. Daarnaast werkt het ene kind sneller dan het andere. Bij thuisonderwijs kun je daar mooi op inspelen. Zo werkten we vorig jaar in 5 weken heel groep 3 rekenen door met mijn zoon van 6. Gelukkig had ik geen jaarplanning gemaakt, want die was dan voor niks geweest.
Voorlezen als eerste redmiddel
Dit blijft mijn favoriete onderwerp. Vooral in de eerste week helpt het mij om weer in het ritme te komen. Als ik even niet meer weet wat we die dag zullen doen, is voorlezen altijd een goede oplossing. En heel vaak een goede opstart naar een nieuw onderwerp.
Op een bibliotheek-uitverkoop tikte ik een leuk boek op de kop: Het grote boerenboek. Zo groot is het eigenlijk niet, maar er staat wel heel erg veel informatie in. Ik denk zelfs dat Charlotte Mason hem door haar strenge selectie had laten komen. In mijn Morning Basket tijd lees ik er een hoofdstuk uit voor en elke keer kom ik wel iets tegen dat we nog niet weten. Vervolgens zoek ik een filmpje op Youtube uit en dan hebben we er – letterlijk – een beter beeld bij.
Zo lazen we over eieren en de verschillende codes die daar op staan. We haalden onze eieren uit de keuken en bekeken de letter/cijfercombinaties die erop staan. Daarna bekeken we een filmpje over waar ze vandaan kwamen: uit een legbatterij, scharrelstal of biologische boerderij.
Een paar dagen later leerden we over bestrijdingsmiddelen en waarom dat gebruikt wordt.
En daarna lazen we over planten die verbeterd worden met biotechnologie.
Reuze interessant allemaal! En nog leuker dat het op een toegankelijke manier is geschreven, als (voor)leesboek. Niet als lesboek met invullesjes in een werkschrift. En als ik merk dat de kinderen nieuwsgierig naar meer zijn, weid ik langer uit. Of bereid ik een les voor waarin we nog dieper op het onderwerp ingaan.
Mijn tips voor een goede start
Hoewel de eerste week dus echt een opstartweek was, loopt de tweede week alweer wat soepeler. De (achteraf)plan map ligt klaar, de A4’tjes geprint, de kleine briefjes schrijf ik elke avond. Ik weet weer op welke bladzijde we waren bij de rekenboeken en waar we zijn gebleven met de taalregels.
Mijn tips voor de eerste weken:
- Wees genadig met jezelf en overplan de eerste weken niet. Prop niet alle goeie ideeën die je in de vakantie hebt opgedaan in een paar dagen.
- Wees vrolijk en maak het leuk! Zo krijgen de kinderen een positief gevoel bij de les. Eet wat lekkers in de pauze, ‘omdat we nog maar net zijn begonnen’. Bijvoorbeeld.
- Doe om te beginnen alleen Morning Basket Time en kijk wat daar uit voortkomt.
- Laat de kinderen ‘computerwerk’ doen: Rekentuin en Taalzee, typelessen, topomania of andere dingen die ze zelfstandig kunnen doen.
- Lees deze oude blogpost voor nog meer leuke tips.
2 Responses
Zo jammer dat mijn kinderen naar school gingen….Ik word zó knetterenthousiast van deze verhalen!
Herkenbaar! Ik heb het morning basket principe ook toegepast en dat is zo leuk! Hier ook weer begonnen met de lesjes en we waren er ook weer aan toe allemaal. Lekker in het ritme.