Montessori, Dalton, Vrije school…
Net zoals er verschillende scholen zijn, zijn er ook verschillende manieren om thuisonderwijs te geven. Toen ik zelf net was begonnen las ik een interessant boek over ‘Unschooling’. Dat leek me wel wat: geen boeken of complete lesmethodes die je volgens een bepaald schema moet volgen, maar kinderen zelf laten bepalen wanneer ze iets leren.
In het begin ging dat geweldig, we lazen stapels boeken van de bieb over de meest uiteenlopende onderwerpen. Maar al snel begon ik wat te twijfelen, deed ik het wel goed? En leerden ze eigenlijk wel genoeg?
Inmiddels zijn we heel wat jaren onderweg en heb ik wat meer rondgekeken bij de verschillende aanpakken van thuisonderwijs. En ben ik ook regelmatig gewisseld van methode. Elke manier heeft zijn eigen voor- en nadelen en daar wil ik hier wat meer over vertellen.
Thuisschool
Thuisschool is school, maar dan thuis. Meestal heel gestructureerd met een duidelijke focus op al dan niet dezelfde lesboeken als op school. Soms is er zelfs een klaslokaal thuis ingericht: met tafeltjes, een whiteboard en een tijdsschema dat niet veel van een echte school afwijkt. Je gebruikt de tekstboeken en maakt de lessen in het werkboek. Tegenwoordig zijn er ook veel online mogelijkheden, maar het idee is hetzelfde. Veel expats en wereldreizigers gebruiken de Wereldschool: de school(boeken) bij jou thuis.
Voordelen:
- Er zijn genoeg kant en klare methodes te koop, er is weinig voorbereidingstijd nodig
- Het is makkelijker toetsbaar
- Het is gemakkelijker op hetzelfde niveau te blijven als op school. Dit is handig als je van plan bent na een tijd weer op een gewone school in te stromen (bijvoorbeeld na een tijd in het buitenland).
Nadelen:
- De prijs kan behoorlijk oplopen. Boeken zijn duur, tweedehands boeken zoeken kost veel tijd en zijn ook niet goedkoop. Als je lessen volgt via de Wereldschool ben je helemaal duur uit.
- Volle dagen en minder flexibiliteit. De tekstboeken zijn gemaakt voor schooldagen en kosten meer tijd dan andere stijlen.
- Minder leuk.
Charlotte Mason
Deze methode is vernoemd naar de onderwijzer Charlotte Mason die leefde aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw. Ze geloofde dat het kind in zijn volledigheid moest worden onderwezen, waarmee ze bedoelde dat niet alleen het verstand, maar ook goede gewoontes en discipline aangeleerd moeten worden. In plaats van droge tekstboeken, gebruikte ze rijke literatuur die ze ‘levende boeken’ noemde. Goedgeschreven boeken, veelal biografieën, die je emoties raken en je meeslepen in het verhaal. Daarna zijn er geen invullesjes, maar vertel je terug wat je gehoord en begrepen hebt (‘narration’). Natuurstudie is ook een belangrijk onderdeel van de Charlotte Mason aanpak; veel naar buiten en observeren wat er om je heen gebeurt in de natuur. Zoals ze het zelf zei: ‘Onderwijzing is een atmosfeer, een discipline, een leven.’
Voordelen:
- Goedkoper dan thuisschool. De ‘levende boeken’ haal je bij de bieb of koop je op een rommelmarkt. Veel andere Charlotte Mason materialen zijn gratis online verkrijgbaar, hoewel veel in het Engels is.
- Het is geen ingewikkelde methode.
- Kinderen leren door inspirerende ideeën, niet door opgelegde standaarden. Hierdoor gaan ze meer van leren houden.
Nadelen:
- De Charlotte Mason aanpak is minder geschikt voor kinderen in de middelbare school leeftijd.
- Ouderwets: er zijn weinig uitgevers die modern Charlotte Mason materiaal uitbrengen. Je zult het veelal moeten doen met wat oudere boeken die soms lastig te vinden zijn.
Thematisch onderwijs
Op school worden vakken apart gegeven, bij thematisch onderwijs wordt uitgegaan van het idee dat alles met elkaar in verbinding staat. Als je leert over oceanen, is dat niet alleen aardrijkskunde, maar ook biologie (welke dieren leven er?) en natuurkunde (hoe ontstaan golven?) en zelfs geschiedenis (welke ontdekkingsreizigers maakten gebruik van de oceanen?). Je studeert een tijd lang hetzelfde onderwerp, meestal 2 – 4 weken. Veelal zijn de onderwerpen gebaseerd op de interesses van het kind en dit kan ook een boek(serie) of een film zijn. In tegenstelling tot de meeste andere methodes kun je bij thematisch werken aan alle kinderen tegelijk lesgeven, wat het makkelijker maakt voor grotere gezinnen.
Voordelen:
- Het is leuk. Hoewel het onderwerp een tijdje hetzelfde is, is elke dag weer een verrassing welk gedeelte nu weer behandeld wordt.
- De methode gaat goed samen met andere methodes, zoals Charlotte Mason, unschooling of klassiek onderwijs.
- Er wordt echt geleerd en de informatie gaat meestal dieper over dit specifieke onderwerp dan bij andere stijlen.
- Makkelijk om af en toe tussendoor te doen, of tijdelijk, bijvoorbeeld bij een wereldreis.
Nadelen:
- Er kunnen ‘gaten’ optreden in de benodigde kennis, omdat je geen officieel lesprogramma volgt.
- Het kan veel voorbereidingstijd kosten voor de ouder. Tenzij je kant en klare studies koopt: Op Unitstudy.com bijvoorbeeld.
Klassieke Methode
Hoewel ik vermoed dat deze aanpak weinig gebruikt wordt in Nederland, wil ik hem hier toch tussen zetten. In de Verenigde Staten wordt het meer gewaardeerd. De geschiedenis van deze aanpak ligt in Griekenland en Rome en men zegt dat het kleine Einsteins heeft voortgebracht. De Klassieke Methode is gebaseerd op een proces van 3 fases: de grammatica-fase, de redenerings-fase en de rhetorische fase. Bij de jongste kinderen van 6 – 10 jaar oud wordt in de grammatica-fase de basis gelegd; het leren van feiten en jaartallen. Kinderen vanaf een jaar of 10 komen in de redenerings-fase en daar wordt gefocust op redenatie en analytisch denken. Vanaf ongeveer 14 jaar kom je in de rhetorische-fase, waar je leert je mening te baseren op datgene wat je in de eerdere jaren geleerd hebt en dit goed te verdedigen.
Grieks en Latijn is vaak een onderdeel van het vakkenpakket. (Klassieke) Boeken lezen is een belangrijk onderdeel van deze methode.
Voordelen:
- Deze methode is al eeuwen een betrouwbare lesmethode
- Omdat deze methode populair is, zijn er veel kant en klare lespakketten beschikbaar (hoewel in het Engels).
- Kinderen leren logisch en kritisch denken
Nadelen:
- Hoewel veel lezen absoluut een voordeel kan zijn, is dit een nadeel voor hen die moeite hebben met lezen.
- Minder praktisch: niet iedereen heeft later baat bij het kennen van Latijn en Grieks
Unschooling
Unschooling staat precies tegenover thuisschool. Er wordt geleerd door het dagelijks leven heen en niet met schoolboeken. John Holt was de pionier van deze onderwijsvorm in de jaren ‘70 en schreef er vele boeken over. Zijn overtuiging was dat kinderen een aangeboren nieuwsgierigheid bezitten en dat ze graag willen leren. Het kind geeft zelf de interesses aan en als ouder geef je dan de mogelijkheden om dit op de best mogelijke manier te doen. Het idee is dat kinderen het leren zo liefhebben dat ze zich later alles kunnen aanleren wat ze maar willen. Elk kind is anders en heeft verschillende interesses en daarom is Unschooling de meest gepersonaliseerde manier van lesgeven.
Voordelen:
- Het kind studeert wat hem interesseert, dit maakt het leren gemakkelijker.
- Weinig structuur nodig
- Terwijl andere stijlen vaak zwaar leunen op boeken, gaat het bij Unschooling meer over ervaringen, ontmoetingen, doen en ontdekken.
Nadelen:
- Er kunnen gemakkelijk gaten ontstaan in het onderwijs, doordat ze bepaalde interesses niet hadden. Later zijn ze dit onderwijs misschien toch nodig bij een eventuele vervolgopleiding.
- Weinig structuur is voor sommigen misschien teveel vrijheid.
Eclectisch of Van alles wat
Waarschijnlijk is dit de meest gebruikte manier, waarbij je het beste uitkiest uit alle voorgaande stijlen. Je houdt je niet strict aan een van de methodes, maar maakt zelf een samenstelling van wat het beste bij jouw kind en gezin past. Dit is de meest flexibele stijl van allemaal. Misschien geef je een aantal dagen Charlotte Mason – stijl les en houd je de rest van de week vrij voor Unschooling. Of misschien wil je voor rekenen graag met gewone schoolboeken werken, terwijl je voor biologie liever een boswandeling maakt en voor Engels ‘Finding Nemo’ kijkt.
Voordelen:
- Je kunt aanpassingen maken wanneer je wilt, zelfs halverwege het schooljaar, als dingen niet lopen zoals ze zouden moeten.
- Elk kind is anders, dus bij een volgend kind kun je opnieuw kijken wat het beste bij hem past.
- Er is heel veel materiaal beschikbaar, simpelweg omdat je alle bovenstaande stijlen kunt combineren.
Nadelen:
- Omdat er veel materiaal beschikbaar is, kan het soms overweldigend zijn en de juiste keuze moeilijker
Ons onderwijs
Inmiddels ben ik uitgekomen bij Eclectisch thuisonderwijs. Voor rekenen gebruik ik een methode met een lesboek en een werkboek. Maar verder houden we erg van thematisch werken, met een flinke saus Charlotte Mason erover. Ik lees heel veel voor, waarbij ik probeer alle vakken in de gaten te houden.
Thuisonderwijsmethodes in Nederland
Aangezien er maar weinig thuisonderwijzers in Nederland zijn, zijn er geen cijfers beschikbaar over welke methode het meest wordt gebruikt. Ik heb de indruk dat er vrij veel Unschoolen of anders Thuisschool doen, met een sausje van Charlotte Mason. Of heb ik misschien nog een stijl gemist?
Als je geinteresseerd bent om hier meer over te lezen, kan ik deze boeken aanbevelen (helaas zijn ze niet in het Nederlands verkrijgbaar):
Charlotte Mason – A Charlotte Mason Education by Catherine Levison
Thema studies – Project Based Homeschooling
Klassieke Methode – The Well Trained Mind
Unschooling – the Unschooling Handbook